Oorzaak vanuit de atmosfeer

Overstromingen

Bij een overstroming komt veel water uit de zee, een meer of een rivier, op stukken land dat eigenlijk niet onderwater hoort testaan. Een overstroming word soms een watersnood genoemd. En als de overstroming ernstige gevolgen heeft, noemt me het ook wel een ramp of waterramp. Soms word de plaats die zwaar is geraakt door een overstroming verdronken land genoemd. Dit gebeurt alleen als het land verloren gaat. 

Ook in Nederland hebben we veel last gehad van overstromingen. Een maatregel daar tegen zijn de Deltawerken.

De Deltawerken werden gebouwd, omdat er in 1953 een ernstige watersnood plaatsvond in onderandere Zeeland en Zuid-Holland. Andere betrokken provincies waren Noord-Brabant en Noord-Holland. De watersnood gebeurde op zaterdagavond 31 januari, in 1953. De dammen braken omdat er die avond een zware noordwesterstorm waaide, en het springtij was. In deze nacht raakte 165.000 hectare land onderwater en verdronken er meer dan 1800 mensen en daarnaast ook veel dieren. Ongeveer 100.000 mensen verloren hun huis en bezittingen. Deze watersnoodramp word op 1 februari herdacht. 

Droogte

Met droogte in de weerkunde wordt bedoeld dat er een langere tijd geen neerslag valt.  Bij droogte heb je te maken met waterschaarste. Om te weten of ergens waterschaarste is kun je de watervoetafdruk bekijken. De watervoetafdruk is het totale watergebruik van iets of iemand.  Bij het bereken van de watervoetafdruk van bijvoorbeeld een stad of land, wordt er ook gekeken naar al het water dat in andere landen verbruikt is om alle goederen te produceren die het land importeert. Je hebt 2 soorten waterschaarste, fysieke en economische waterschaarste. De fysieke waterschaarste houdt in dat het aanbod van water niet de vraag kan bijbenen. Droogte is hier vaak de oorzaak van. Bij economische waterschaarste is de beschikbare watervoorraad ongelijk verdeeld. 

Droogte in Afrika

Delen van de Hoorn van Afrika (Kenia, Ethiopië, Somalië) zijn sinds einde voorjaar 2011 getroffen door de ergste droogte in zestig jaar. Op sommige plekken heeft het dan al een jaar niet of nauwelijks geregend. Dit heeft geleid tot het mislukken van oogsten en grote sterfte van vee. De situatie wordt verslechterd door de politieke situatie in de regio. Miljoenen mensen zijn op de vlucht voor de honger of lijden op andere manier aan de gevolgen hiervan.

Extreme droogte in de Hoorn van Afrika dwong honderdduizenden mensen vanaf maart 2011 te vluchten en hun bezittingen, zoals vee, te verkopen. Hoewel mensen in de Hoorn van Afrika gewend zijn om te overleven in een complexe omgeving, en regelmatig te kampen hebben met droogte, is de droogte van dit jaar uitzonderlijk en erger dan in de afgelopen 60 jaar. In sommige gebieden heeft het al een jaar niet of nauwelijks geregend. Oogsten zijn mislukt en veel vee dat nog niet verkocht was, is gestorven, waarmee mensen hun belangrijkste inkomstenbronnen verloren. Bovendien stegen de prijzen drastisch door het tekort aan voedsel.

Op 11 juli 2011 werd door het SHO-bestuur besloten tot het openen van Giro 555. Met deze actie werd een mooi bedrag van 25 miljoen euro opgehaald. Dit geld zetten de SHO-deelnemers in om hulp te bieden aan mensen die slachtoffer werden van de droogte.

 Hittegolf

Een hittegolf is een periode die gekenmerkt wordt door uitzonderlijk hoge temperaturen. Wat er precies onder een hittegolf verstaan wordt, hangt sterk af van je je op de aarde bevindt. In Nederland is officieel sprake van een hittegolf als de maximumtemperatuur in De Bilt gedurende tenminste vijf dagen elke dag 25 graden of hoger is (zomerse dagen) en in dat tijdvak bovendien op zeker drie dagen minstens 30 graden is bereikt (tropische dagen). Een hittegolf is dus een serie van minstens vijf zomerse dagen, waarvan er zeker drie tropisch zijn. Een hittegolf komt statistisch in ons land ongeveer eens in de drie jaar voor, maar soms zit er veel meer of juist minder tijd tussen. Tussen 1951 en 1974 was er geen enkele hittegolf op, maar alleen de zomer van 1947 telde er vier. Klimaatonderzoekers verwachten dat het aantal hittegolven in de 21 eeuw groter wordt door de opwarming van de aarde.

Hittegolf in de Verenigde Staten

In de Verenigde Staten wordt over een hittegolf gesproken als de temperatuur in de schaduw op drie achtereenvolgende dagen hoger is dan 32,2 graden Celsius (dat is 90 graden Fahrenheit). Maar ook daar wordt verschil gemaakt tussen gebieden. Zo geldt in Noord-Californië de grenswaarde van 37,7 graden Celsius (100 graden Fahrenheit).

 Gevolgen van hittegolf voor mensen

Een hittegolf kan ernstige gevolgen hebben voor mensen, met name voor mensen die toch al een zwakke gezondheid hebben. Daarbij moet gedacht worden aan ouderen, baby’s en kinderen en zieke mensen.

Een van de mogelijke gevolgen is hyperthermia. Dat is de medische naam voor de gevolgen van een blootstelling aan te veel warmte of zon. Daarom wordt ook wel eens het woord zonnesteek gebruikt. Hierdoor is het menselijk lichaam niet meer in staat om de lichaamstemperatuur stabiel te houden op de gebruikelijke 37 graden Celsius. Het interne koelsysteem raakt als het ware overbelast. Wanneer de temperatuur in het lichaam stijgt kan een mens sterven.

Gevolgen voor natuur

Bij elke langdurige periode van hoge temperaturen, en dus ook bij een hittegolf, treden een aantal gevolgen op voor de natuur als geheel.
Omdat een hittegolf of lange periode van warm weer vaak gepaard gaat met het uitblijven van regen, kan al snel een watertekort ontstaan. Het water dat in de natuur aanwezig is verdampt namelijk wel, maar wordt niet door regenval aangevuld. Planten en dieren verbruiken ook water. Als er onvoldoende water beschikbaar is kan dit er toe leiden dat planten en dieren sterven.
Een ander gevolg van hoge temperaturen en het uitdrogen van de natuur is dat er een groter risico op natuurbranden ontstaat. Een klein vonkje, mensen die onvoorzichtig zijn met vuur of zelfs brandstichting kan leiden tot grote branden. De droogte brengt het probleem met zich mee dat de brandweer moeite zal hebben met het aanvoeren van water om te blussen. 

Orkanen

Een orkaan, ook wel een cycloon of typhoon genoemd, is een tropische storm waarvan de windsnelheden windkracht 12 overschrijden. Een orkaan moet perse windkracht 12 of hoger hebben, anders is de orkaandrempel niet bereikt. Orkanen kunnen ontstaan in de tropen en de subtropen, maar niet te dicht aan de evenaar. Bij de evenaar is namelijk het coioliseffect te zwak. Dat is de verklaring van het veranderen van de baan van een voorwerp dat beweegt binnen de baan van de aarde. Een storm die geen tropische kenmerken heeft, maar wel de orkaandrempel overschrijdt, dat wordt een (extra-tropische) storm met orkaankracht genoemd.

Alle orkanen moeten dus voldoen aan drie kenmerken

1. Voldoende atmosferische convectie. De atmosferische convectie is het opstijgen van verwarmde luchtbellen.

2. Een gesloten circulatie. Dat houdt in dat de lucht volledig rond kan circuleren en niet wordt onderbroken.

3. Het laatste kenmerk is dat het orkaan een warme kern heeft, de warmste lucht bevindt zich in het oog van de depressie.

Er is bij het ontstaan van een tropische storm altijd een lagedrukgebied aanwezig. De convectie zal namelijk nooit spontaan gaan draaien.  De convectie is de belangrijkste energiebron. Wanneer een orkaan eenmaal boven het land is, wordt de kracht snel minder. Wanneer de windsnelheid waarmee

een tropische depressie gepaard gaat boven windkracht 8 stijgt, dan spreekt men van een tropische storm en krijgt deze een naam. Als een tropische storm 64 knopen (windkracht 12) bereikt, dan verandert de naam van deze entiteit, afhankelijk van de locatie op aarde. Niet alle tropische stormen ontwikkelen zich tot een orkaan.  Gerekend over de gehele aardbol zijn er elk jaar 80-90 tropische stormen; ongeveer 2 op de 3 stormen ontwikkelen zich tot een orkaan. Op de Noord-Atlantische Oceaan loopt het aantal tropische stormen per jaar uiteen van 4 (1982) tot 21 (1936); gemiddeld zijn het er ongeveer 10.

Naamgeving orkanen

Zodra een weersstation merkt dat een tropische storm in de maak is, wordt aan die storm een naam gegeven. Slechts een aantal van deze stormen zal daadwerkelijk tot een orkaan uitgroeien. Zo'n naam wordt niet ter plekke verzonnen. De World Meteorological Organization heeft een aantal lijsten met namen opgesteld. Iedere regio heeft zijn eigen lijsten. Voor de Atlantische Oceaan en het noordoosten van de Stille Oceaan zijn zes alfabetische lijsten met namen gemaakt. De letters Q, U, X, Y en Z ontbreken daarin, omdat men er niet voldoende namen bij kon verzinnen.

De schaal van Saffir

De meteorloog hanteert de schaal van Saffir en Simpson om orkanen naar hun kracht in te delen. Alle tropische cyclonen zijn gevaarlijk, maar sommige zijn gevaarlijker dan andere. Daarom is er een classificatie ontwikkeld om onderscheid te kunnen maken tussen bijvoorbeeld krachtige en verwoestende orkanen en om zich beter op de te verwachten schade te kunnen voorbereiden.

Hier een overzicht van de schaal van Saffir en Simpson:

Klasse

Windsnelheden

Benaming

Schade

TD

 

Depressie

-

TS

63–118 km/h

Storm

-

S-1

119–154 km/h

Orkaan

Licht

S-2

155–178 km/h

Orkaan

Matig

S-3

179–210 km/h

Orkaan

Uitgebreid

S-4

211–250 km/h

Orkaan

Extreem

S-5

>250 km/h

Orkaan

Catastrofaal

       
       

 

Klasse 1: stormvloed die 1,2 tot 1,6 meter boven normaal is. Schade: licht

Klasse 2: stormvloed die 1,7 tot 2,5 meter boven normaal is. Schade: dak- en vensterschade en belangrijke schade aan bomen en gewassen

Klasse 3: stormvloed die 2,6 tot 3,7 meter boven normaal is. Schade: grote vernielingen aan gebouwen

Klasse 4: stormvloed die 3,8 tot 5,4 meter boven normaal is. Schade: daken weggeblazen, veel waterschade op de begane grond van gebouwen aan de kust.

Tornado's

Een tornado is een wervelwind dat zich met een erg grote snelheid verplaatst. De snelheden kunnen oplopen tot enkele honderden kilometers per uur en de diameter van een tornado is verschillend tussen enkele tientallen meters tot een paar kilometer.

 Een tornado begint meestal boven zee. Koudere lucht blijft meestal dicht bij elkaar. De warme lucht stroomt dan onder de koude lucht door. Het koude lucht botst dan tegen het warme lucht dus gaat het ook regenen. Soms blijft de warme lucht een tijdje opgesloten in de koude lucht. Dan breekt de warme lucht er toch door heen, en stijgt snel op, want warme lucht stijgt. De warme lucht is een soort buis, andere lucht botst er tegenaan en gaat eromheen draaien.

Vergelijkbaar met de Schaal van Beaufort voor wind worden tornado's ingedeeld volgens de schaal van Fujita.

klasse

snelheden

F0

64 - 117 km/u

F1

118 - 180 km/u

F2

181 - 251 km/u

F3

252 - 330 km/u

F4

331 - 417 km/u

F5

418 - 512 km/u


Tornado's hebben verschillende vormen en die worden onderscheiden in:

- kachelpijptornado's, die hebben verticale wanden die loodrecht op het aardoppervlak staan.

Klasse 5: stormvloed die de 5,4 meter boven normaal overstijgt. Schade: catastrofaal: vrijwel alle daken weggeblazen, evenals kleinere lichtere bouwsels en grote schade aan gebouwen.

Bosbranden

Men spreekt van een natuurbrand wanneer een stuk natuur, zoals (een gedeelte van) een bos, heide of veengebied in de brand staat. Bosbrand is de bekendste vorm van natuurbrand omdat het de heftigste en meest zichtbare vorm is.

Voor een natuurbrand ontstaat moet zijn voldaan aan drie voorwaarden: een voldoende hoge temperatuur, zuurstof en brandstof. Als er water aanwezig is maakt dat de natuurbrand moeilijker, aangezien de temperatuur dan niet snel hoog wordt. 

Er is in de natuur altijd veel brandstof te vinden, aangezien er veel brandbaar materiaal in de vorm van bomen of struiken te vinden is. Bovendien kan de brandstof wanneer het droog is erg snel vlam vatten.

Zuurstof is ook aanwezig, omdat de brandstof niet allemaal opeengepakt zit, maar voldoende ruimte laat voor de toevoer van zuurstof. Nog meer zuurstof is er wanneer de brand wordt aangewakkerd door een sterke wind, zoals de mistral  in Zuid-Frankrijk.  Wanneer een bosbrand voldoende heftig is kan de zuurstoftoevoer nog worden versterkt doordat de hete verbrandingsgassen opstijgen, en koudere, zuurstofrijke lucht uit de omgeving kan worden aangezogen. Een temperatuur die hoog genoeg is kan makkelijk worden gecreëerd.